Twee broers, John en James, uit Noord-Ierland beginnen een whisky te produceren die wordt geroemd om zijn uitzonderlijke zachtheid en smaak: J. & J. McConnell. McConnell's wordt al snel de toost van Belfast, verscheept naar alle uithoeken van de wereld en helpt Ierse whisky te vestigen als de meest populaire drank ter wereld. De distilleerderij van McConnell lag direct aan de oevers van de rivier de Lagan, een uitgestrekte, bruisende compound die zich toelegt op één doel: de beste whisky van heel Ierland produceren. Toen, op een noodlottige dag in 1909, ging 500.000 liter McConnell's whisky in vlammen op en tegen de tijd dat het voorbij was, lag de helft van de distilleerderij in puin. Dit zou het einde zijn geweest voor de meeste whisky's. Maar niet die van McConnell. Ze begonnen te herbouwen. Het duurde niet lang of ze waren terug op de top van de Ierse whiskywereld. Maar toen sloeg het noodlot weer toe. Deze keer was het geen brand - het was de drooglegging, die de verkoop van sterke drank in Amerika verbood. Amerika was de grootste markt voor Ierse whisky, en ineens was die weg. Negentig procent van de Ierse whisky's ging ten onder als gevolg van Prohibition, inclusief die van McConnell. Dat wil zeggen, tot vandaag. McConnell's heeft zijn comeback gelanceerd. J. & J. McConnell. Het oudste whiskymerk in Noord-Ierland, herboren na 90 jaar. Het is simpelweg de grootste comeback in de geschiedenis van whisky. In het woord ‘whisky’ is de ‘e’ weggelaten, omdat het in 1776 bij de oprichting van het merk ook zo was. De whisky is een blend van Irish malt en graan whisky’s die vijf jaar een aantal first fill bourbon vaten hun huis mochten noemen. Het resultaat is een goudkleurige godendrank waarbij tonen van vanille, fruit en een klein pepertje voorbijkomen.

Alcoholpercentage is 42%.